Jacob (Jaap) Hijma, geboren te Leeuwarden in 1955, studeerde Nederlands recht aan de Rijksuniversiteit te Leiden van 1973 tot 1978. Na zijn afstuderen werd hij wetenschappelijk medewerker bij de Afdeling Burgerlijk Recht van die universiteit. In het academisch jaar 1985-1986 was hij fellow van het NIAS te Wassenaar. In 1988 promoveerde hij, bij prof. mr. W.M. Kleijn, cum laude op een proefschrift getiteld Nietigheid en vernietigbaarheid van rechtshandelingen. Sinds 1988 is hij hoogleraar in het burgerlijk recht aan de Leidse universiteit. In 1989 sprak hij zijn oratie uit, getiteld Het constitutieve wijzigingsvonnis.
Hijma is geïnteresseerd in het gehele vermogensrecht, met als zwaartepunten het contractenrecht, het verdere verbintenissenrecht en het consumentenrecht. Van zijn hand verschenen, onder meer, de bewerking van Deel 7-I* van de Asser-serie, gewijd aan Koop en Ruil (achtste druk, 2013), het Compendium van het Nederlands Vermogensrecht (met M.M. Olthof; twaalfde druk, 2014) en de monografie Algemene voorwaarden (Mon. BW B55, derde druk, 2010).
Hijma is raadsheer-plaatsvervanger in het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden en vaste annotator van de Nederlandse Jurisprudentie. Hij is redacteur van het WPNR, de editie Groene Serie Vermogensrecht, de Monografieën Privaatrecht en de Studiereeks Burgerlijk Recht.